Nederlands–Portugees woordenboek

Portugese vertaling van het Nederlandse woord aan

Nederlands → Portugees
  
NederlandsPortugees (indirect vertaald)Esperanto
(over)
acima de
;
sobre
(op)
em cima de
;
na superfície de
;
por cima de
;
sobre
🔗 Klopt u maar aan de deur, dan doet hij open.
(bij; op)
a
;
ao pé de
;
em
;
entre
;
junto a
🔗 Aan de deur wordt niet gekocht.
de
🔗 Ern moest het doen met een minimum aan aandacht.
(bij; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe)
a
;
para
🔗 Nederlandse huishoudens geven massaal aan goede doelen. Vervolgens schreef hij een brief aan de koning, waarin hij hem uitnodigde naar de boerderij te komen.
(bij; naast)
ao pé de
;
junto a
;
junto de
;
perto de
;
próximo a
🔗 Endelijk kwamen zij aan een witte brug en toen zij die overstaken, stonden ze voor de grote poorten van de stad.
(door; van)
de
;
desde
;
por
🔗 De Antwerpse raffinaderijen hebben een overschot aan benzine.
(jegens; met; om; op; te; tot; voor; bij)
a
;
ao
;
com
;
em
(betreffende; in; met; naar; omtrent; op; over; van; voor)
acerca de
;
a respeito de
;
quanto a
🔗 Maar wordt er iets aan gedaan?
(jegens; met; tegen; tegen … aan; tegenover; voor; op)
contra
;
defronte de
;
em frente de
;
em troca de
🔗 We kunnen er echter niets aan doen.
(door; met; om; uit; van; voor)
em troca de
;
pro causa de
🔗 Hij is gestorven aan een hartverlamming.
(door; met; per; te)
através de
;
por
;
por intermédio de
;
por meio de
🔗 Aan de vruchten kent men de boom.
(om; omstreeks; rondom; tegen; om … heen)
em volta de
🔗 Sommige mensen dragen daarom nog steeds hun trouwring aan de linkerringvinger.
(binnen; in; op; per; te; van)
dentro de
;
em
🔗 Aan het begin van de avond zijn er in het hele land onweersbuien.
sobre o navio
🔗 Dadelijk kwam alles aan boord in rep en roer.
(lichten; licht geven; schijnen)
fulgurar
;
luzir
🔗 Toen Tom Poes op een middag wat boodschappen had gedaan en uit de winkel van de kruidenier Grootgrut naar buiten stapte, waren de lantaarns al aan.
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
a par
;
juntamente
;
junto
;
simulaneamente
(dragen; ophebben)
calçar
🔗 Hij had schoenen aan, en dat nog wel op vrijdag!
(adviseren; raden)
aconselhar
;
persuadir
🔗 Raadt ge me aan te kijken?
(oproepen; praaien)
apelar
;
chamar
;
invocar
🔗 Maar Elvira had al een taxi aangeroepen.
(bekendmaken; mededelen; verwittigen)
informar
;
noticiar
;
notificar
🔗 Hij leek meer op een jongen wie is aangezegd dat hij de volgende ochtend gefusilleerd zal worden.
(verzoeken)
pedir
🔗 De Britse regering heeft mij voor dit werk aangezocht.
(verzuren; zuren; zuur maken)
azedar
🔗 Verwarm het tweede buisje een weinig, zuur daarna de vloeistof met verdund salpeterzuur aan en voeg enige druppels zilvernitraatoplossing toe.
(achter; achterin; van achteren)
atrás
🔗 Het diepere duister achteraan, zou dat nog een grot kunnen zijn?