Nederlands–Oudengels woordenboek
Oudengelse vertaling van het Nederlandse woord aanvoeren
Nederlands | Engels (Oudengels) (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(hoofd; leider) | ealdor ; eorl | |
(dragen) | beran ; ferian | |
🔗 Het bleek dat er een groot aantal vissersboten voor anker lag, die alle een klein lichtje voerden. | ||
(houden; vasthouden; huldigen) | healdan | |
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad. |
Nederlands | Engels (Oudengels) | Engels |
---|---|---|
aanvoeren | lædan | bring |
aanvoeren | bebeodan; beodan | command |
aanvoeren | lædan | lead |
aanvoeren | bebeodan; beodan; ræran | offer |
aanvoeren | ræran | raise |