Nederlands–Oudengels woordenboek
Oudengelse vertaling van het Nederlandse woord aanvangen
Nederlands | Engels (Oudengels) (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanvaarden; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten; een begin maken met) | beginnan | |
(begin; ontstaan) | fruma | |
🔗 In de aanvang zat hij aan mijn voeten en leerde de wijsheid kennen. | ||
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vatten) | huntian | |
🔗 Ik beveel u dat ene schip te vangen. |