Nederlands–Oudengels woordenboek

Oudengelse vertaling van het Nederlandse woord aan

Nederlands → Engels (Oudengels)
  
NederlandsEngels (Oudengels) (indirect vertaald)Esperanto
(over)
(bij; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe);
toweard
;
🔗 Nederlandse huishoudens geven massaal aan goede doelen. Vervolgens schreef hij een brief aan de koning, waarin hij hem uitnodigde naar de boerderij te komen.
(door; van)
from
🔗 De Antwerpse raffinaderijen hebben een overschot aan benzine.
(betreffende; in; met; naar; omtrent; op; over; van; voor)
be
🔗 Maar wordt er iets aan gedaan?
(jegens; met; tegen; tegen … aan; tegenover; voor; op)
ongean
🔗 We kunnen er echter niets aan doen.
(binnen; in; op; per; te; van)
in
🔗 Aan het begin van de avond zijn er in het hele land onweersbuien.
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
ætsamne
;
samod
;
togædere
;
togædre
(bekendmaken; mededelen; verwittigen)
acyþan
🔗 Hij leek meer op een jongen wie is aangezegd dat hij de volgende ochtend gefusilleerd zal worden.
(verzoeken)
biddan
🔗 De Britse regering heeft mij voor dit werk aangezocht.
(achter; achterin; van achteren)
behindan
;
beæftan
;
æftan
🔗 Het diepere duister achteraan, zou dat nog een grot kunnen zijn?