Nederlands–Luxemburgs woordenboek

Luxemburgse vertaling van het Nederlandse woord aanbreken

Nederlands → Luxemburgs
  
NederlandsLuxemburgs (indirect vertaald)Esperanto
Ufank
🔗 Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht.
(dóórbreken; stukbreken)
briechen
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur.
(afbreken; knappen; stukgaan)
briechen
🔗 De deur brak in stukken.