Nederlands–Frans woordenboek
Franse vertaling van het Nederlandse woord schikking
Nederlands | Frans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(inrichting; regeling; zetting) | construction ; disposition | |
(afspraak; akkoord) | accommodement ; pacte | |
een schikking treffen (het op een akkoordje gooien) | convenir | |
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen) | convenir | |
🔗 In die week schikt het me iedere dag. | ||
(beredderen; redderen; regelen) | ordonner ; ranger ; régler | |
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt. |