Nederlands–Frans woordenboek
Franse vertaling van het Nederlandse woord schijn
Nederlands | Frans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
lumière | ||
air ; apparence | ||
🔗 Het had er alle schijn van. | ||
in schijn (ogenschijnlijk; schijnbaar) | apparemment | |
faux‐cyprès | ||
(blinken; glanzen; prijken; stralen) | briller | |
🔗 De zon scheen toen hij op weg ging maar het was zo zwart als de nacht in de tunnel. | ||
(lichten) | être lumineux ; luire | |
🔗 De maan was al opgekomen en scheen op de open plek. | ||
(lijken) | paraître ; sembler | |
🔗 De westelijke weg schijnt de gemakkelijkste. | ||
(gehuicheld; geveinsd; huichelachtig) | hypocrite | |
🔗 Het zou schijnheilig zijn om dat niet te erkennen. | ||
schijnheiligheid (hypocrisie) | hypocrisie | |
méconopside du Pays de Galles ; pavot du Pays de Galles ; pavot jaune |