Nederlands–Frans woordenboek
Franse vertaling van het Nederlandse woord aanpraten
Nederlands | Frans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(babbelen; keuvelen; kouten) | babiller ; bavarder ; causer ; faire la causette ; jacasser ; jaser ; papoter | |
🔗 De kleine man praatte en praatte. | ||
(spreken) | ||
🔗 Hij praat altijd zo onduidelijk. | ||
(spreken) | ||
🔗 Met wie praat jij daar? | ||
(spreken) | ||
🔗 Hoe komt het dat u zo goed Engels praat? |
Vertaling door derde partijen:
- Parler (Bing)
Het woord aanpraten kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.