Nederlands–Frans woordenboek
Franse vertaling van het Nederlandse woord aanbouwen
Nederlands | Frans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
ajouter | ||
(aanleggen; optrekken) | bâtir ; construire ; poser | |
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd? | ||
(timmeren) | charpenter | |
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben. |