Nederlands–Fins woordenboek

Finse vertaling van het Nederlandse woord afbreken

Nederlands → Fins
  
NederlandsFins (indirect vertaald)Esperanto
(ophouden; stoppen; uitscheiden)
lakata
🔗 De muziek brak onmiddellijk af.
(dóórbreken; stukbreken)
särkeä
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur.