Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord zeil
Nederlands | Esperanto |
---|---|
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() onbekende woordsoort |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord |
![]() werkwoord (een oog in het zeil houden) | ![]() werkwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord (vangzeil) | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord (tentdoek; zeil) | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() werkwoord | ![]() werkwoord ![]() werkwoord |
![]() bijvoeglijk naamwoord (zeilree) | ![]() bijvoeglijk naamwoord ![]() bijvoeglijk naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord (zeiler) | ![]() zelfstandig naamwoord |