Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord wis

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(bundel)
(vaststaand; zeker; geheid; gewis)
(vast en zeker; wis en waarachtig; wis en zeker)
certege
🔗 Dat was wis en drie één van de ellendigste komedies die hij ooit voor ’s konings plezier had moeten spelen.
(vast en zeker; wis en drie; wis en zeker)
certege
🔗 „Wis en waarachtig!” bevestigde de magistraat.
(afwissen)
viŝi