Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord vrijspreken

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
()
(praten)
🔗 De burgemeester wil je spreken.
(praten)
🔗 Maar ik kon niet spreken.
(zeggen)
🔗 „Ge gaat te ver”, sprak de markies.
🔗 Hun opgewonden gebaren spraken zeer duidelijke taal.
(praten)
🔗 Op een winterse dag met Regin over zijn toekomst sprekend, vroeg Sigurd: „Welke daden worden van mij verwacht?”
🔗 Kinderen zijn vrij om te denken wat ze willen.
(ongedwongen; ongegeneerd; vrijmoedig; vrijpostig)
senĝene
(aardig; tamelijk; redelijk) ()
🔗 Misschien maak ik daarom een vrij goedhartige indruk.
(los)
malstreĉita
(leeg; onbezet; open)
(los)
loza
(los; op vrije voeten)
🔗 Een 58‐jarige vrouw uit Langenboom, die wordt verdacht van mishandeling van een aantal pleegkinderen, is weer vrij.
(los; ongedwongen; vrijelijk; vrijuit)
🔗 Ik kan dus vrij over hem schrijven.
(gratis; kosteloos)
(onbelemmerd)
🔗 Kinderen krijgen geen vrije toegang tot musea.
(onbezet)
🔗 Er komt een kamer vrij in ons huis.
🔗 Nederland was weer vrij.
(onbelemmerd)
🔗 Is roken inderdaad een vrije keus of niet?
🔗 Bent u weer vrij van zorgen?
🔗 Die is nog nooit uitgevoerd, maar er zijn wel christenen meteen na hun vrijspraak gelyncht.