Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord vrijgevigheid
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; scheutigheid) | (; ) |
🔗 Niemand deed ooit tevergeefs een beroep op hem, en zijn vrijgevigheid was nagenoeg spreekwoordelijk, en zijn personeel droeg hem op handen. | |
(genereus; gul; kwistig; royaal; scheutig) | () |
🔗 Salt Lake City is de vrijgevigste stad van Amerika. | |
(offervaardig) | oferema |
🔗 Ze was erg vrijgevig en bezat een aanzienlijk eigen vermogen. |