Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord vanaf
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(van … af) | |
🔗 Vanaf morgen wordt alles anders, jongen! | |
(door; van; vandaan) | |
🔗 De eerste F‐35’s zijn vanaf de vliegbasis Leeuwarden vertrokken naar Polen. | |
(van; van … af) | de sur |
🔗 Onverstoorbaar sloeg Iwan een en ander vanaf zijn zitplaats gade. | |
(vanaf) | |
🔗 En nu wachtte die hele mensenmenigte van de vroege morgen af. | |
(van; vanaf; af) | de sur |
🔗 Puttler, die aandachtig geluisterd had, kwam nu van de divan af. | |
al vanaf (sinds) | jam de |
(gereed; klaar) | |
🔗 Maar het portret is nog niet af. | |
(van; van … af) | de sur |
🔗 Hij vluchtte de berg af. | |
(aan; door; vanaf; vandaan) | |
🔗 Waar zijn de schoenen van de jongens? | |
(op; uit; vanuit) | |
🔗 De treden waren van marmer. | |
van | |
(aan; in; met; naar; op; over; voor) | |
🔗 Ze zijn zwak van verstand. | |
(aan; door; met; om; uit; vanwege; voor; wegens) | |
🔗 En zij schreeuwden van vrees. | |
(vanaf; af; van … af) | de sur |
🔗 We moeten proberen hen van dit eiland te krijgen. | |
(binnen; in; op; per; te; aan) | |
🔗 En het zal nog wel kouder worden van de winter. |