Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord treuren
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(bedroefd zijn) | |
(bejammeren; spijt hebben van) | |
🔗 Dat is te betreuren, maar jouw tijd zal zeker nog wel komen. | |
(bejammeren; bewenen) | priplori |
treurboom | pendbranĉa arbo |
treurdicht (elegie; klaagzang) | |
zenaido | |
(bedroefd; droef; droevig; verdrietig) | |
🔗 „Maar, vader,” vroeg het meisje, „wat is hier gebeurd, dat gij beiden er zo treurig uitziet?” | |
(bedroevend; droef) | malĝojiga |
🔗 De dag waarop de mijnwerkers voor de laatste maal de mijn verlieten waarin zij zoveel jaren gewerkt hadden, was een treurige dag geweest. | |
(bedroefd; triest; triestig) | trista |
treurmars (dodenmars) | |
treurmuziek | funebra muziko |
(tragedie) | |
🔗 Je zei bij jezelf dat hij, met zijn klein postuur, niet geschikt is voor treurspelen. | |
() | |
🔗 Zullen we onder de treurwilg gaan zitten, Robbert? | |
babilona saliko |