Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord trekpen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
trekpen | |
(stekel) | |
(luns; pin; stift) | |
🔗 Precies op de plek waar de kever was gevallen, sloeg mijn vriend een houten pen in de grond. | |
🔗 „Ik zou liever met het zwaard dan met de pen antwoordden,” zei Bois‐Guilbert, „maar je zult je zin hebben.” | |
(aanhalen; aantrekken) | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | |
(aanlokken; aantrekken) | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | |
() | |
(tappen; uittrekken) | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | |
(slepen) | |
infuziĝi | |
(buigen; kromtrekken) | |
(slepen) | remorki |
streki | |
trablovi | |
(halen) | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | |
trati | |
(aftrekken; laten trekken; zetten) | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | |
suĉi | |
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | |
tiriĝi | |
🔗 Het leger zou van plan zijn via Kramatorsʹk naar het zuidelijker gelegen Horlivka te trekken. | |
🔗 Gewoonlijk trekken ze niet ver van hun dorp vandaan, omdat dat niet nodig is. | |
(migreren) | |
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) | () |