Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord trek
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(eetlust; graagte) | |
🔗 Ik lijd aan verval van krachten en ik heb geen trek. | |
(ruk) | |
(migratie) | |
🔗 Voor de natuur kan deze trek naar de stad positieve gevolgen hebben. | |
(tocht) | |
(tocht) | |
(gelaatstrek) | |
🔗 Ik lette meer op de trekken van de derde persoon, degene die Random nooit eerder had gezien, zoals hij had gezegd. | |
(haal; teug) | |
(tic) | tiko |
(karaktertrek) | () |
🔗 Later realiseerde ik me pas dat hij jaloers was, een heel nare trek van hem. | |
aan zijn trekken komen | ricevi sian parton |
(summier) | |
🔗 En in korte trekken vertelde hij wat er was gebeurd. | |
in trek zijn (een hoge vlucht nemen; furore maken; opgang maken) | |
op de trek (op de tocht) | en trablovo |
senti apetiton | |
🔗 Ik heb trek in koffie! | |
trek hebben in (begeren; zin hebben in; zin hebben; verkiezen; verlangen; verlangen naar; wensen) | |
zijn trekken thuiskrijgen | esti repagita |
familia trajto | |
(trek) | |
(trek) | () |
🔗 Ook tijdens dit banket zou deze karaktertrek hem parten spelen. | |
(aanlokken; aantrekken) | |
(aanhalen; aantrekken) | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | |
() | |
(tappen; uittrekken) | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | |
(slepen) | |
(aftrekken; laten trekken; zetten) | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | |
(slepen) | remorki |
streki | |
suĉi | |
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | |
(halen) | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | |
trati | |
tiriĝi | |
🔗 Het leger zou van plan zijn via Kramatorsʹk naar het zuidelijker gelegen Horlivka te trekken. | |
vogeltrek | () |