Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord snoepzucht

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
snoepzucht
(snoeplust)
snoep
(snoepgoed; zoet; zoetigheid)
snoep
(snoepgoed)
snoep
(lekkers; snoepgoed)
frandaĵoj
(begeerte; lust; verlangen; wens)
(verlangen)
🔗 Met een zucht hief hij de gitaar op en sloeg moedig een valse toon aan.