Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord sluiten

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(dichtgaan; toegaan; zich sluiten)
🔗 In Afrika sluiten onder meer de ambassades in Kameroen, Zambia en Boerkina Faso.
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen)
🔗 Is de deur goed gesloten?
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten)
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak.
(insluiten; opsluiten; wegsluiten)
🔗 Waarom heb je die arme vogel in een kooi gesloten?
🔗 Hij sloot zijn ogen.
(toebrengen; aangaan; stellen; doen; afsluiten)
🔗 De vennootschap heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de gemeente Genemuiden.
🔗 Dan sluit ik hierbij de vergadering.
🔗 Ze sloot het boek.
(afsluiten)
🔗 Finland sluit op maandag 18 december een defensieovereenkomst met de Verenigde Staten.
een koop sluiten
interkonsenti pri aĉeto
een verdrag sluiten
kontrakti pakton
een verdrag sluiten
kontrakti traktaton
fari pacon
🔗 Zo werd de vrede weer gesloten.
(dichtgaan; sluiten; toegaan)
🔗 De reizigers gingen naar binnen en de poorten sloten zich achter hen.
esti strikta
(verbinden)
🔗 Dit betekende dat de beide motoren aangesloten waren. Twee toestellen zijn in serie aangesloten op een wisselspanning van 100 V.
(zich aaneensluiten; zich verenigen)
(verbinden; liëren)
(corresponderen)
(afzetten; belemmeren; versperren)
🔗 Google Maps geeft aan dat een aantal grote wegen aan de zuidkant van Moskou zijn afgesloten, waarschijnlijk om de Wagner‐huurlingen die richting de hoofdstad trekken te vertragen.
(beëindigen; besluiten; eindigen)
🔗 De Turkse president Abdullah Gül heeft donderdagmiddag zijn staatsbezoek aan Nederland afgesloten.
obturi
saldi
(omheinen)
(op slot doen; sluiten; dichtsluiten)
🔗 Sluit het flesje of de tube na gebruik goed af.
🔗 Het afsluiten van de zolder was een lelijke tegenvaller, want nu was hij opgesloten in een ruimte zonder venster waar nooit iemand kwam.
(sluiten)
(aangaan; stellen; doen; sluiten)
🔗 Als bedrijven meer afval hebben, moeten ze een contract afsluiten met particuliere afvalinzamelaars.
(beslissen; uitmaken; zich voornemen)
🔗 Ik besloot het te vangen.
(afmaken; afsluiten; beëindigen; uitmaken; voleindigen; een eind maken aan; eindigen)
🔗 We besluiten het jaar zoals u inmiddels van ons gewend bent met een reisspecial.
(afleiden; concluderen; opmaken)
findiri
🔗 „Dan verandert de lucht in olie”, besloot de wijze.
(bepalen)
🔗 Deze besloot ten gunste van de gemeente.
(uitsluiten; weren) ()
elbari
meti ekster la pordon
(ineenvoegen; voegen)
(opsluiten; wegsluiten; sluiten)
(bergen; opsluiten)
(betrekken) ()
(impliceren)
(omgéven; omringen; omsingelen)
🔗 Conan wachtte niet tot ze hem zouden hebben ingesloten.
(nauw; strak)
(omheinen)
🔗 Ik ontsloot hem en duwde met al mijn kracht.
(insluiten; opbergen)
(insluiten; wegsluiten; sluiten)
🔗 Daarin werd hij opgesloten.
sluiter
()
(slot)
🔗 Zo sprekende hief hij het vreemde tasje dat hij bij zich droeg omhoog en maakte de sluiting los.
sluitrede
(syllogisme)
🔗 De sluitring aan het loshangende eind maakte hij vast aan een andere handgreep.
sluitspier
(kringspier)
sluitsteen
supra volbŝtono
sluitstuk
sluitzegel
(sticker)
(buitensluiten; weren) ()
🔗 De politie sluit een misdrijf niet uit.
(insluiten; opsluiten; sluiten)