Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord schuim

Nederlands	Esperanto
schuim	metalŝaŭmo
schuim (metaalschuim; slak; uitschot)	skorio ( ŝlako )
schuim	ŝaŭmo
badschuim	banŝaŭmaĵo
meerschuim	sepiolito
metaalschuim (schuim; slak; uitschot)	skorio ( ŝlako )
piepschuim	ŝaŭmplasto
schuimachtig (schuimend; schuimig)	ŝaŭma
schuimachtig	ŝaŭmeca
schuimbad	ŝaŭmbano
schuimbekken	buŝoŝaŭmi
schuimblusser	ŝaŭmestingilo
🔗 Wie heeft de schuimblusser?
schuimen (afschuimen)	senŝaŭmigi
schuimen	ŝaŭmi
🔗 De open zee golfde en schuimde nog steeds, maar binnen de baai stierf de branding weg en eindigde op het strand in nijdige golfjes.
schuimig (schuimachtig; schuimend)	ŝaŭma
schuimkop	ondokresto
🔗 „Hoe komen we nu aan land?” vroeg heer Ollie terwijl hij beklemd naar de schuimkoppen staarde.
schuimpje	meringo ( meringelo )
schuimplastic	spongoplasto
schuimplastic	ŝaŭmplasto
schuimrubber	spongokaŭĉuko
schuimspaan	ŝaŭmkulero