Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord rijzen
| Nederlands | Esperanto |
|---|---|
fermentŝveli | |
| (opgaan; oprijzen; opstijgen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | |
| (opgaan; opstijgen; stijgen; omhooggaan) | |
| (opzwellen; zwellen) | ŝveli |
| (opstaan; oprijzen) | |
🔗 De maan rijst. | |
| (verrijzen; opkomen; zich verheffen) | |
🔗 Met deze woorden rees hij uit zijn stoel en stormde de kamer uit, de deur krachtig achter zich dichtgooiend. | |
| (stijgen) | |
🔗 Hij wees op de gestalte van burgemeester Dickerdack, die gebogen naderde in het licht van de rijzende zon. | |
releviĝi | |
reviviĝi | |
| (opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | |
🔗 Heer Bommel rees verslagen en druipend uit zijn stoel omhoog. | |
| (opgaan; opstijgen; rijzen; stijgen; wassen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | |
🔗 Boven hem rezen de muren tot een hoogte van een meter op tien op. | |
| (rijzen; opstaan) | |
🔗 Egerton rees op van zijn stoel en liep op haar toe. | |
| (groot; lang) | |
🔗 Arus zag een rijzige, krachtig gebouwde jongeman, slechts gekleed in een lendendoek en sandalen die hoog boven zijn enkels met riemen waren vastgegespt. | |
| (lang) | () |
🔗 Isaac beloofde het kreunend en aanvaardde zijn tocht, begeleid door twee rijzige bendeleden, die zowel gids als bewaker waren. | |
| (opkomen; zich verheffen; rijzen) | |
| (opstaan) | |