Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord plunderen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(beroven; uitplunderen) | |
🔗 Toen plunderden zij het kasteel. | |
(stroperij) | |
🔗 Ik vermoed dat zij van plan waren het hotel leeg te plunderen en zich uit de voeten te maken. | |
🔗 De plunderingen gaan zelfs zover als Roblestad. | |
(roofachtig; roofziek; roofzuchtig; roofgierig) | rabema |
(roofzucht) | |
(beroven; plunderen) | |
🔗 Ik zou graag het huis uitplunderen, maar ik ben het met je eens dat we maar het beste kunnen verdwijnen. |