Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord klok

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(uurwerk)
🔗 Toen ik op de klok keek, zag ik dat het middernacht was.
(stolp)
(bel)
met de klok mee
dekstrume
tegen de klok in
maldekstrume
(noodklok) ()
🔗 Ook is er een avondklok ingesteld.
ekspona ŝalthorloĝo
(
subakviĝa kloŝo
)
(wandklok)
preĝeja sonorilo
🔗 Kerkklokken riepen de gelovigen op tot het gebed en buiten was het een stralende dag.
(gelui; luiden)
(contragewicht)
(klokluider)
(uurwerkmaker)
(beiaard; carillon)
(beiaard; carillon)
()
(klokkeluider)
kloŝa jupo
sonorilforma
🔗 Er was iets met die verdomde koekoeksklok aan de hand.
(kwartshorloge)
(alarmklok) ()
🔗 Van verre klonk de eerste slag van een torenklok.
(hangklok)
🔗 Ze keek op haar grote, houten wandklok.
(clepsydra)
🔗 „Vergeef me, mevrouw,” kwam Cyrion er gladjes tussen, „maar ik vermoed dat uw waterklok wat achterloopt.”