Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord drukken

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(dringen; knellen; persen; pressen)
🔗 De vrouw drukte haar handen tegen haar oren.
(afdrukken; boekdrukken; printen)
presi
(beklemmen)
korpremi
🔗 Maar het drukte de magister niet.
premfiksi
trompŝteli
(drukken; printen)
presi
(uitprinten)
printi
(printen)
(stempelen)
stampi
surpresi
🔗 De leegte in het ondergrondse station bedrukte hem, en uit de duisternis kwam geen ander geluid dan het zuchten van de wind.
(drukken)
presi
premmortigi
akceptigi
🔗 In de raadsvergadering zal ik het er wel even doordrukken.
(dóórstoten)
(editie; uitgaaf; uitgave)
🔗 Voor de politie volgde er een drukke tijd.
🔗 Het komt me voor dat we morgen een drukke dag zullen hebben.
(pressie)
🔗 Er treden ook enorme drukken op.
trafikplena
🔗 Ondanks het late uur was het razend druk op de autoweg.
(pressie)
(
multhoma
)
🔗 Het is warm buiten en druk.
multafera
(bezet)
multokupita
(beweeglijk; roerig)
moviĝema
(levendig; tierig; vief; wakker; geanimeerd)
🔗 De drukinkt is niet watervast meer tegenwoordig.
(zwaar)
🔗 Er volgde een drukkende stilte.
premanta
(dompig)
premaera
(benauwend)
prema
(benauwd; broeierig; verstikkend; zwoel)
(boekdrukkerij)
🔗 Ik geloof dat ik nu maar eens naar de drukkerij moet gaan om de papieren te halen.
(drukknop)
(drukknoop)
🔗 Zwijgend liet ik mijn handen over de oppervlakte glijden, en mijn zoeken werd beloond toen ik een soort drukknop voelde, die op Mars gewoonlijk op de aanwezigheid van een deur duist, zoals op Aarde een deurknop dat doet.
(boekdrukkunst)
(pers)
(down; neerslachtig; terneergeslagen)
(bedrukt)
korpremita
(nadrukken)
represi
🔗 Druk de tweede knop niet in!
premrompi
(ineendringen; samendrukken; samenknijpen; samennijpen)
kunpremi
(herdrukken)
represi
(deprimeren; terneerdrukken)
premi malsupren
opresi
subjugi
(verdrukken; neerslaan)
(neerslaan; smoren; verstikken)
premplatigi
🔗 Aan de ene kant van de struiken was het gras platgedrukt.
(samenknijpen; samennijpen)
kunpremi
(deprimeren; neerdrukken)
(persen; uitknijpen; uitpersen)
elpremi
(uitspreken; vellen; verwoorden)
(betuigen; uiten; uitspreken; verwoorden)
🔗 Zijn gezicht drukte duidelijk zijn ontevredenheid uit en Tim glimlachte.
premestingi
🔗 Biggles drukte zijn sigaret uit en stond op.
🔗 Deze wijze van uitdrukken staat u helemaal niet.
(onderdrúkken)
vetgedrukt
(vet)
diklitere presita