Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord druiprek

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(afdruiprek)
(sijpelen)
🔗 Zweet droop langs zijn voorhoofd en zijn magere wangen.
(druppelen; druppen)
🔗 Op dat moment werd de deur ruw opengeworpen en de bediende Joost trad druipend en verwilderd binnen.
(rekstok)
🔗 Talbot hield op en keek verbaasd naar het rek.
(bok; schraag; stander)
(elasticiteit; rekbaarheid; veerkracht)