Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord donker
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(donkerte; duister; duisterheid; duisternis; obscuriteit) | () |
🔗 Het is het beste dat wij in het donker verdergaan. | |
(duister) | |
🔗 Het werd donker. | |
(somber) | |
(betrokken; somber) | malserena |
(obscuur; onbekend; duister) | obskura |
(somber) | |
🔗 Hij weet alleen dat hij donker was. | |
(somber) | sombre |
🔗 Onderwijl kwam de postbode op het huis toe, donker kijkend als altijd. | |
donkere kamer (doka) | () |
🔗 Het enige leefgebied van het donker pimpernelblauwtje werd deze week grotendeels vernietigd. | |
(pikdonker; stikdonker; pikkedonker) | |
🔗 Het was daar aardedonker. | |
() | |
🔗 Op het grijs na in zijn donkerbruine haar bij de oren zag hij er twintig jaar jonger uit. | |
() | |
(somberheid) | () |
🔗 Doris was een ernstig donkerogig vrouwtje van even in de dertig. | |
(halfduister) | () |
🔗 Toen ik weer bijkwam, lag ik in het halfdonker op dikke dekens. | |
🔗 Ook Byzant nam afscheid van Rhialto, die in een halfdonkere nis opzij van de zaal ging zitten. | |
(aardedonker; stikdonker; pikkedonker) | |
🔗 Het was pikdonker en ik wist meteen dat er een man in mijn coupé was. | |
schemerdonker (schemer; schemerduister; schemering; tweeduister) | () |
(schemerig) | duonluma |
🔗 Het werd schemerdonker. | |
(aardedonker; pikdonker; pikkedonker) | |
🔗 Het was een stikdonkere nacht. | |
(verduisteren) | |
(verduisteren) | mallumiĝi |