Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord doezelen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(dommelen; soezen; dutten; sluimeren; suffen) | () |
stompi | |
(dommelig; soezerig) | |
🔗 Hij werd doezelig en viel al gauw in slaap. | |
ekduondormi | |
🔗 Eindelijk doezelde hij in. | |
(indommelen; indutten; insluimeren) | |
🔗 Hij doezelde weg, werd wakker, en doezelde weer weg en werd weer wakker. |