Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord buigen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(doorbuigen; ombuigen) | |
(doorbuigen; ombuigen; zich buigen) | |
kniki | |
(doen overhellen; neigen) | |
(krommen; verbuigen) | |
(doorbuigen; trekken; zich krommen) | |
(nijgen) | |
🔗 En met die woorden verliet hij buigend het vertrek. | |
(zich bukken; bukken) | () |
🔗 Dan buigen zij achterwaarts en fluisteren de vraag naar de kleine, grijze man in hun midden. | |
zich buigen (buigen; doorbuigen; ombuigen) | |
fleksi sin | |
🔗 Ik, onwaardige, buig me voor hem in het stof. | |
🔗 De hertog van Yabon had zich weer over de stafkaart gebogen. | |
(zich vertakken) | ( branĉiĝi ) |
(buigen; ombuigen) | |
(buigen; zich krommen) | |
(buigen; ombuigen; zich buigen) | |
(buigen; krommen; verbuigen) | |
fleksi malsupren | |
kurbigi malsupren | |
(buigen; doorbuigen; zich buigen) | |
(buigen; doorbuigen) | |
(rechten; rechtmaken) | rektigi |
(herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen) | |
🔗 Frankrijk heeft zijn tekort de afgelopen jaren vooral met hogere belastingen teruggebracht. | |
🔗 Ze brengen haar wel terug als ze haar verkracht hebben. | |
() | |
(buigen; krommen) | |
kliniĝi antaŭen |