Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord broer

Nederlands	Esperanto
broer (broeder)	frato
🔗 De ander vloog haar vader en haar broer om de hals.
broer	gefrato
broertje	frateto
halfbroer	duonfrato
🔗 De verdachte van de moord op Gim Jeongnam, de halfbroer van de Noordkoreaanse leider Gim Jeong‐eun, is op vrije voeten gesteld.
jabroer	jesemulo
jabroer	konsentemulo
lekebroer (lekebroeder)	laika frato
🔗 Een andere lekebroer leidde een pakezel, waarop blijkbaar de bagage van zijn meester werd vervoerd en twee monniken van zijn eigen orde, hoewel van lagere rang, reden tezamen in de achterhoede, druk lachend en pratend, zonder zich met de andere leden van het gezelschap te bemoeien.
pleegbroer (zoogbroeder; pleegbroeder)	laktofrato ( nutrofrato )
schoonbroer (zwager; schoonbroeder)	bofrato
🔗 Waarschijnlijk was De Vos in de leer geweest bij zijn schoonbroer Frans Snyders.
stiefbroer	duonfrato
stiefbroer	vicfrato
tweelingbroer (tweelingbroeder)	ĝemela frato
🔗 Hij heeft toch geen tweelingbroer?