Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord bevoegdheid

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(kwalificatie)
(machtiging; volmacht)
🔗 En wie heeft u deze bevoegdheid gegeven?
(zeggenschap)
kvalifikita
(competent; vakkundig)
instrukvalifiko
🔗 Hij studeerde nartuur‐ en scheikunde en kreeg in 1846 zijn lesbevoegdheid.