Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord beuren

Nederlands	Esperanto
beuren (heffen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; opbeuren; omhoogheffen)	levi
beuren	gajni
🔗 De afspraak was dat hij voor elk lam dat geboren werd, vijftien penningen zou beuren, maar voor elk schaap dat zoek raakte, vijftien penningen zouden worden afgetrokken.
opbeuren (beuren; opheffen; optillen; oplichten; omhoogheffen)	levi
opbeuren (bemoedigen)	kuraĝigi
🔗 De eerstvolgende dagen sprak Usher geen woord meer over haar en ik waagde het ook niet haar naam te noemen maar deed wat ik kon om mijn vriend op te beuren.
opbeuren (troosten; vertroosten)	konsoli
🔗 De voorman probeerde haar op te beuren.