Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord aanbouw

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(aanbouwsel; uitbouw)
🔗 De brand brak iets voor negen uur uit in een aanbouw van het pand aan de Ambachtstraat.
in aanbouw
finkonstruota
konstruata
🔗 Tijdens werkzaamheden aan een in aanbouw zijnde kerktoren in een dorpje nabij Boedapest, is deze ingestort.
(aanleggen; optrekken)
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd?
(timmeren)
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben.
(construeren)
(construeren)