Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord Heel

Nederlands → Esperanto
  
NederlandsEsperanto
(geheel)
(volkomen; volledig; volslagen; voltallig; vol) ()
(onbeschadigd)
nerompita
(gaaf; intact; onbeschadigd)
(danig; erg; gans; zeer)
🔗 Het is heel eigenaardig.
(gans; geheel; vol; volkomen; volslagen)
🔗 Ik beefde over mijn hele lichaam.
heel wat
(veel)
()
heel wat
(veel)
nevundite
🔗 Er was een kans om heelhuids weg te komen.
granda nombro
🔗 Als je één leugen hebt verteld, kan je er net zo goed een heleboel vertellen, had de vader van Pop zijn zoon meer dan eens voorgehouden en dat advies had hij zich graag ter harte genomen.
riceli