Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aansporend
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanvuren; aanwakkeren; opwekken; opzetten) | ; ; spur on ; | |
🔗 „Vertel me alles”, spoorde hij haar aan. | ||
(aanporren; aanvuren; prikkelen; stimuleren) | ||
(aanmanen) | ||
🔗 Nadat hij de verkiezingen had verloren, zou Trump zijn aanhangers hebben aangespoord tot een opstand. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aansporend | hortative; hortatory |
aansporen | arouse; excite; exhort; goad; hurry up; incite; instigate; prick; prompt; stimulate; spur; spur on; urge; urge on |