Nederlands–Duits woordenboek
Duitse vertaling van het Nederlandse woord aaneensluiten
Nederlands | Duits (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
verdichten ; zusammendrängen ; komprimieren | ||
zich aaneensluiten (aansluiten; zich verenigen) | ; sich zusammenschließen ; sich zusammenfinden ; sich zusammensetzen | |
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | aneinander ; beisammen ; gesamt ; ; ; gesondert ; getrennt | |
hinter einander | seninterrompe | |
(achtereen) | ohne Halt ; ohne Aufenthalt ; unaufhaltsam ; ununterbrochen | senhalte |
(dicht; dik) | ; gedrängt ; | |
🔗 Een grote aaneengesloten groep bomen noemt men een bos. | ||
(dichtgaan; toegaan; zich sluiten) | zufallen ; zugehen ; sich schließen | |
🔗 In Afrika sluiten onder meer de ambassades in Kameroen, Zambia en Boerkina Faso. | ||
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen) | ; ; zumachen ; ; beenden ; ; stillegen ; ; zudrehen ; einschließen ; | |
🔗 Is de deur goed gesloten? | ||
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten) | ; ; zuschließen | |
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak. | ||
(toebrengen; aangaan; stellen; doen; afsluiten) | ||
🔗 De vennootschap heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de gemeente Genemuiden. |