Nederlands–Deens woordenboek

Deense vertaling van het Nederlandse woord aanvangen

Nederlands → Deens
  
NederlandsDeens (indirect vertaald)Esperanto
(beginnen; ingaan; ertoe overgaan; een aanvang nemen; inzetten)
begynde
🔗 Daarom zal ik aanvangen u beiden te onderzoeken op alcoholmisbruik.
(aanvaarden; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten; een begin maken met)
begynde
(begin; ontstaan)
begyndelse
🔗 In de aanvang zat hij aan mijn voeten en leerde de wijsheid kennen.
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vatten)
fange
🔗 Ik beveel u dat ene schip te vangen.