Nederlands–Deens woordenboek
Deense vertaling van het Nederlandse woord aanvang
Nederlands | Deens (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(begin; ontstaan) | begyndelse | |
🔗 In de aanvang zat hij aan mijn voeten en leerde de wijsheid kennen. | ||
(aanvangen; beginnen; ingaan) | begynde | |
🔗 De jacht nam een aanvang! | ||
(aanvaarden; beginnen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten; een begin maken met) | begynde | |
(beginnen; ingaan; ertoe overgaan; een aanvang nemen; inzetten) | begynde | |
🔗 Daarom zal ik aanvangen u beiden te onderzoeken op alcoholmisbruik. |