Nederlands–Deens woordenboek
Deense vertaling van het Nederlandse woord aanlopen
Nederlands | Deens (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
tilløb | ||
(stromen; vlieten; vloeien) | flyde | |
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | gå ; marchere | |
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(stappen; treden) | træde | paŝi |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. |