Nederlands–Deens woordenboek
Deense vertaling van het Nederlandse woord aanhoren
Nederlands | Deens (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(beluisteren; luisteren naar; toehoren; horen naar) | lytte ; lytte til | |
🔗 Hoort mij aan! | ||
🔗 Dat wilde ik horen zeggen! | ||
(vernemen; verstaan) | ; afhøre | |
🔗 Ik hoor iemand naderen! | ||
(behoren) | måtte ; skulle | |
(hoorn; toeter) | horn | |
🔗 Het Drents heideschaap is bijzonder omdat ook de vrouwtjes horens hebben. | ||
🔗 Ik meen het gehoord te hebben. | ||
(behoren) |