Nederlands–Deens woordenboek
Deense vertaling van het Nederlandse woord aaneensluiten
Nederlands | Deens (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | sammen ; tilsammen | |
(dicht; dik) | tæt | |
🔗 Een grote aaneengesloten groep bomen noemt men een bos. | ||
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen) | lukke | |
🔗 Is de deur goed gesloten? | ||
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten) | låse | |
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak. |
Vertaling door derde partijen:
- forbinde (Bing)
Het woord aaneensluiten kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.