Nederlands–Catalaans woordenboek
Catalaanse vertaling van het Nederlandse woord aanlopen
Nederlands | Catalaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aan komen lopen; beginnen met; nader treden; toetreden) | abordar ; sortir al pas | |
🔗 Hinsen kwam over het dek aanlopen. | ||
(stromen; vlieten; vloeien) | fluir | |
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | caminar ; marxar | |
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(stappen; treden) | caminar | paŝi |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
(tippelen; wandelen) | passejar |
Nederlands | Catalaans | Engels |
---|---|---|
aanlopen | deixar‐se caure; visitar de pas | drop in |