Nederlands–Afrikaans woordenboek
Afrikaanse vertaling van het Nederlandse woord aaneensluiten
Nederlands | Afrikaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
zich aaneensluiten (aansluiten; zich verenigen) | ||
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen) | ; | |
🔗 Is de deur goed gesloten? | ||
; | ||
🔗 Hij sloot zijn ogen. | ||
(toebrengen; aangaan; stellen; doen; afsluiten) | ||
🔗 De vennootschap heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de gemeente Genemuiden. |
Het woord aaneensluiten kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.