Frans–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Franse woord s’enfuir
Frans | Nederlands | Engels |
---|---|---|
s’enfuir | eclipseren; er stil vandoor gaan; ertussenuit knijpen; ervandoor gaan; met de noorderzon vertrekken; weglopen; zich schuilhouden; zich uit de voeten maken; zich verbergen | abscond |