Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord twinkling
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
in a twinkling (before you know it; before you could say Jack Robinson; before you can say Jack Robinson; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; off‐hand) | in een handomdraai | |
in the twinkling of an eye (before you know it; before you could say Jack Robinson; before you can say Jack Robinson; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in a twinkling; off‐hand) |
Engels | Nederlands |
---|---|
twinkling | flikkering; geflikker; geflonker; getintel; tintelend; tinteling; twinkeling |
in a twinkling | in een handomdraai |
in the twinkling of an eye | in een oogwenk; in een vloek en een zucht; in een wip |
twinkling of an eye | ogenblik |
twinkle | blinken; flikkeren; flikkering; flonkeren; fonkelen; fonkeling; geflikker; geflonker; knipperen; knipperen met; pinken; schitteren; tintelen; tinteling; tintelogen; twinkelen; zinderen |