Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord twilight
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
twilight (dusk; half‐light; gloaming; evening twilight) | ; schemerdonker ; ; | |
(bright; clear; light‐coloured) | ; | |
(faint; feeble; frail; weak; weedy) | ||
🔗 A door opened, emitting a light quivering and almost palpable, like a flickering alternation of purple and green. | ||
(bright) | ; | |
eklumigi | ||
(ignite; kindle; set alight; torch) | ; ; | |
(insubstantial) | malsubstanca | |
(delicate; fine) | ||
(burn; catch fire; flash on; ignite; take fire) | ; | |
(easy; facile) | ; ; | |
lumigi al | ||
🔗 Be sure everyone has eaten a light meal about an hour before the photo session. | ||
Engels | Nederlands |
---|---|
twilight | schemer; schemer‐; schemeravond; schemerdonker; schemerduister; schemerend; schemerig; schemering; schemerlicht; schemertijd; schemeruurtje; tweeduister |
at twilight | in de schemering |
in the twilight | tussen licht en donker |
morning twilight | morgenschemering |
twilight hour | schemeruurtje |
twilight state | schemertoestand |
twilight zone | grensgebied |
light | aangaan; aanmaken; aansteken; aanstrijken; afstappen; afstijgen; belichten; belichting; bijlichten; blond; daglicht; gemakkelijk; helder; levenslicht; licht; lichtbak; lichtblond; lichteffect; lichtje; lichtval; lichtzinnig; los; luchtig; lucifer; makkelijk; met weinig bagage; naar beneden komen; onvast; opsteken; venster; verlichten; verlichting; vlammetje; vuur vatten; vuurtje; zacht; zich laten zakken |