Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord troubled

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
troubled (anxious; agitated; restless; uneasy; unquiet; unsettled; restive)	onrustig ; ongerust	maltrankvila
trouble (problem; issue; difficulty)	moeilijkheid	problemo
🔗 Well, all the world has troubles, from the Great Blight south to the Sea of Storms, from the Aryth Ocean in the west to the Aiel Waste in the east.
trouble (disturb; hinder; annoy; encumber; hassle; irritate; inconvenience; hamper)	hinderen	ĝeni
trouble (annoyance; bother; hassle; inconvenience; irritant)	last ; storing	ĝeno
trouble (disturb; incommode)	lastig vallen	maloportuni
trouble (disturb; ruffle)	vertroebelen	malserenigi
trouble (agitate; alarm; disturb; perturb; ruffle; unsettle; upset; worry)	verontrusten	maltrankviligi
trouble (anxiety; agitation; concern; disquiet; unease; disquietude)	zorg	maltrankvilo
trouble (effort; attempt; endeavour; bid; fag)	moeite	peno
trouble (be ashamed)	zich generen ; zich schamen	ĝeni sin
🔗 Please do not trouble.
untroubled (serene; calm; clear; fine; peaceful; placid; unruffled)	helder ; onbezorgd ; sereen	serena

Engels	Nederlands
troubled	angstig; gekweld; gestoord; ongerust; onrustig; troebel; veelbewogen; verontrust
be troubled with	last hebben van
fish in troubled waters	in troebel water vissen
troubled waters	onstuimige golven; troebel water
troubled with	behept met; last hebbend van
trouble	bekommernis; defect; gedonder; hinderen; hoofdbreken; hoofdbrekens; kommer; kwaal; kwellen; kwelling; last; last veroorzaken; lastig vallen; leed; leed doen; mankement; moeilijkheid; moeite; moeite doen; narigheid; ongemak; ongerief; onraad; onrust; pech; soesa; storen; storing; stribbeling; strubbeling; tobberij; verdriet; verdriet doen; verontrusten; verstoren; vertroebelen; verwarring; zich druk maken; zich het hoofd breken; zorg
untroubled	kalm; kommerloos; niet verontrust; onbewogen; ongestoord