Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord thornback

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
back (outstanding; overdue; unpaid)	achterstallig	nepagita
back	achteruitrijden	veturi malantaŭen
back	terug	returne
back (backwards)	achteruit ; terug	reen
back (reverse; reverse side)	achterkant ; achterzijde	malantaŭa flanko
🔗 Quickly he went to the back of the barn.
back	rug	dorso
🔗 On their backs, under the shields, were leather bags of provisions.
back (reverse; reverse side)	achterzijde ; ommezijde ; rugzijde	dorsflanko
back (rear)	achterkant	malantaŭa parto
🔗 They’re coming in the back!
back (backward; backwards; on one’s back)	achterover	dorsen
back (cover; protect)	behoeden ; beschermen ; bewaren ; dekken	protekti
back (reversal; reverse)	keerzijde	reverso
back (backbone; rachis; spinal column; spine)	ruggegraat ; wervelkolom	spino
back (aback; aft; behind; in back; at the back; in the back)	aan de achterkant ; achter ; achteraan ; achterin ; van achteren	malantaŭe
back (coat; cover; face; lag; overlay; plate; protect; invest)	bekleden ; overtrékken	tegi
back	stopper ; verdediger	arierulo
back (after; later; rear)	achter‐	malantaŭa
back (at the back)	aan de achterkant ; achter ; ruggelings	dorse
back (aback; aft; backward; backwards; behind)	achteruit ; achterwaarts	malantaŭen
back (buttress; prop; rest; stanchion; strut; support)	leuning	apogilo
back (go back; go backwards; reverse; stand back)	achteruitgaan	malantaŭeniĝi
back	back	malantaŭulo
back	achter‐	malantaŭa
thorn (prickle; spine)	doorn	dorno

Engels	Nederlands
thornback	rog; stekelrog
back	achterhoedespeler; achterkant; achterligger; achterom; achterpand; achterspeler; achterstallig; achteruit; achteruitgaan; achteruitrijden; achteruitschuiven; achterwaarts; achterzij; achterzijde; achter‐; afgelegen; back; berijden; doen achteruitgaan; endosseren; geleden; keerzij; keerzijde; krimpen; leuning; naar achteren; ommezij; ommezijde; ondersteunen; oud; reeds; rug; ruggen; rugpand; rugzijde; staan achter; steunen; tegen‐; terug; teruggaan; wedden op
thorn	doorn; stekel