Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord thorn‐apple

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(apple of Peru; Jimson weed; devil’s snare; moonflower; hell’s bells; devil’s trumpet; Jamestown weed; stinkweed; locoweed; devil’s cucumber)
(hawthorn; whitethorn; may‐bush);
(datura)
(bitter apple; bitterball; bitter tomato)
Palestijnse nachtschade
amara melongeno
🔗 Tom’s mouth watered for the apple, but he stuck to his work.
thorn
(spine; prickle)

EngelsNederlands
thorn‐appledoornappel; meidoorn; meidoren; Palestijnse nachtschade
appleáppel
thorndoorn; stekel