Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord skill

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(expertness; skilfulness)
(command; competence; competency; proficiency)
🔗 This course is designed to encourage you to learn and practise essential language skills.
(ability; aptitude; competence; expertness; skilfulness); ; ;
🔗 His weapon is the sword, and his skill is incredible.
reading skill
skilful
(experienced; expert; practised; skilled; skillful)
ekzercita
skilful
(ace; adept; adroit; apt; capable; handy; proficient; skilled; deft)
;
skilled
(experienced; expert; practised; skilful; skillful)
ekzercita
skilled
(conversant; experienced; expert)
skilled
(able; capable; competent; efficient)
vakkundig
skilled
(ace; adept; adroit; apt; capable; handy; proficient; skilful; deft)

EngelsNederlands
skillbedrevenheid; behendigheid; bekwaamheid; ervarenheid; handigheid; knapheid; kundigheid; kunstvaardigheid; vaardigheid; vakkundigheid; vakmanschap
driving skillrijvaardigheid
language skillstaalvaardigheid
more luck than skillmeer geluk dan wijsheid
reading skillleesvaardigheid
skilfulbedreven; bekwaam; handig; kundig; kunstvaardig; vaardig
skilledbedreven; bekwaam; ervaren; geschoold; vaardig; vakbekwaam; vakkundig; valabel